Ei, lach niet, Rozemond: ’k wil wel een proefstuk doen,
Roep mij in ’t duister eens en lijd dat ik u zoen:
Tien kusjes ik verbeur, zo ik uw lipjes misse.…
- Ja, maar hij was niet aan z'n proefstuk toe.
- Men zegt dat hij al meerdere malen
- zonder dat zij er weet van had,
- zijn gerief ergens anders is gaan halen.
Och, da's toch gezellig, zo wat roddelen,
fijn als je eens de laatste nieuwtjes hoort.
Zo, nu moet ik haastig gaan vertrekken,
ik zweer, ik vertel het aan niemand voort.…
Maar nee hoor, het was een Proefstuk of een Staal.
"Maar Staal is toch IJzer?!", riepen we toen allemaal.
We sabbelden je "Drilboor!" tot kleverig groen
het wit van de tandenpeuter moesten we toen nog doen.
"Kwispedoor!" was niét het staartje van Door.
Je toverde ons een spuugbakje voor.…
Zonsopgang praalt als vérse vlucht belandt:
Lomp leg 'k mijn proefstuk af; onstuimig rukkend,
Haal 'k over met een hort,- de zwerm kwam vrij!
En voor een schellingskoek beboet, wee mij -
Als leerling afgedankt, als platzak bukkend.
'Halfwassen brasem!…