RIJMRAM
poëzie
Daar viel mij in ‘t gedacht entwat,
dat, al te onveerdig opgevat,
verloren liep; en, mondgemeens,
en zal ‘t noch ik, noch iemand eens
genieten.
Het deert mij danig! Ei! ‘t en doet:
en heel en is en al, voor goed,
dat ongedicht gedachtje, dat
was al te onveerdig opgevat,
te nieten.
Het leeft entwaar entwat dervan,
dat vissende ik nog…