Rozenmond in haar denken is leeg.
Gedachtenloos strijkt zij de kleine
luchtbelletjes uit haar schaamhaar,
van haar dijen. Rozenmond ligt
in bad, wil niet uit bad, komt ook
niet uit bad.…
De wereld lijkt verkleind
tot jij en ik, jouw en mijn
waar in de koele schaduw
van een volle geurenstruik
ik warm je rozenmond weer kus
Met slechts als getuigen
een vlinder en een bij
verklaren wij de liefdesgrenzen
definitief voor geopend
het liefst voor eeuwig
maar in elk geval voor nu…
Blond meisje met uw rozenmond,
Kom, zet u op mijn knie,
Vertel mij van al de liefde, zo zoet,
Die ik in uwe ogen zie.
Stil, stil, dat ons de wind niet hoort
En met onze woorden spot,
Gij buigt u over tot mijn gezicht,
En ik beef van stil genot.…
Ze klikkeklakte door de gang
Het was een heel beleven
Een naaldhak zo ontzettend lang
Ik dacht ze gaat wat breken
Maar met haar pijpenkrullen haar
De lippenstift van moeder
Was er helemaal geen bezwaar
En ook niet met het poeder…
Met haar rugzak zwaarder dan een paard
om stuitert desondanks zij de trappen op en af
woont in abstracte lessen voor een toekomst met
haar gierende vriendinnen wild gearmd naar de wc's
een wijle daar valt zij in een aandacht voor haar oogopslag
haar rozenmond in de beheersing van haar hoofddoek
strijkt zij langs de jongensblote navel der vriendin…
~ een parafrase op Theseus en Ariadne ~
Zeven dochters met een rozenmond
- de uitverkorenen - hun moeders weenden
als karyatiden bij het Parthenon
gewijd aan stedemaagd Pallas Athene
Een schip voer heen om ver van hier te reizen
met zeven maagden in hun schoon gewaad
zeven malen rond de wereld gaand
zeilend naar Kretenzische paleizen…
Ik zag een maagd, een schoonheidsengel knielen,
Voor 't outer Gods; een innig rein bezielen
Straalt uit heure ogen; uit de rozenmond
Stroomt hemelzoet gebed, tot vreêverbond
Der mensen. Handen, boezemwaarts gevouwen,
Getuigen van haar zalig Godsvertrouwen.
o Geef, vervoering, mij heur zilvren klank!…