Een merel
blijkbaar knus gezeten
serveert alweer zijn hoge C
bij 't krieken van de dag
een schetteren
van jewelste
een wedijveren
een concerteren
een salueren
een hooglied
voor de zon…
Twee grote grijze vogels
staan in de brandende zon
vlaggen wapperen
zwarte bolides rijden
stapvoets tot zij
stilhouden
moedige mannen
en vrouwen dragen
kisten, zij aan zij
naar de gereedstaande
wagens, om ze daar
in te schuiven
dan vervolgens
te salueren
(ze welkom thuis te heten )…
Maar waarom salueren?
De liefde is voorbijgegaan!’
‘C'est l'amour... qui passe,... qui passe’,
En zij gaf nog het thema aan;
Maar hem klonk 't als een lied uit de verte -
't Was alles voorbijgegaan.…
Handwapens stonden woest te salueren,
Drietrapsraketten vielen van hun trap.
Een sterrenstralenkransje ging als een klap
Op elke vuurpijl rond zijn pet roteren.
Zo'n man was dat.…
Zoals elke dag opnieuw
de avond in de nacht kijkt en d`
morgen saluerend begroet
Wordt geleid door de dag die
vanmiddag als stof in de wind
wordt weggeblazen
Als roosapplicaties die
swingen.…
En de vijand ook zo aan mij
Dat is mijn wens
Sterren en medailles onder een schuine baret
Hij heeft vrienden verloren vandaag blijft hij in bed
Stoere mannen klein en broos
Herdenken hun wonden verdrietig en boos
Wie wil er nog horen van hoe jong ze waren
Hun jeugd verloren, de grote gevaren
Schaduwen in de zon, schaduwen op het gras
Salueren…
Wees zo goed deze banaliteit te negeren, en ga
naar beneden, de tuin in,
hang er je jurken aan de wasdraad en ik zal kijken
door het raam hoe zij mij salueren in de wind.
Bak bijvoorbeeld ajuinen, en laat ze enorm bruinen
in de boter, zodat ik ze ruiken kan tot boven
en denken: mijn god, wat kookt zij goed!…