het kijken over
de weerbarstige muur
het graven naar
het ongekende
het wachten op
de zomerwoorden
het verlangen naar
de vuren
het beetpakken met
voorzichtige handen
het wonen in
de schaarsheid
het verlummelen van
de dagen
alles draait om
en keert weer…
gezond wil ik je zien
niet dat bleke
ik bluf misschien
maar in mijn schaarsheid
ben ik ook kostbaar
ik geef kleur aan de dag
bij zowel zonsopgang
als bij zonsondergang
ik ben het oranje franje
de vitaminerijke kleur
het caroteen van het leven
maar ook de schoonheid
ben beslist geen laatbloeier
maar meer de robijn onder de rozen…
het goud glanst
minder dan gedacht
de zekerheid die
altijd stralend lacht
heeft nu wat
schaduw meegebracht
nog zit het
edele in het hart
kleurt onderscheid
de exclusieve schijn
van schaarsheid in
de monetaire schrijn
maar wat standaard is
wordt onderuit gehaald
vertrouwen gefileerd
de maatschappij raakt
ingekeerd en hangt zich…
van
de hardhouten tijd
het donkert
boven de toren waar
weerlicht zich spreidt
het bronzen getingel
van carillon en klok
komt vrijwel niet aan bod
waar uren splitsen
met veel kabaal als zij na
laden onverwacht aarden
dit grote magisch
realistische doek doet
het goed in de kunst
waar de kippenvelfactor
versleten is door schaarsheid…
vuur
verte groeit onzichtbaar groot
stof verwordt tot koude steen
maar legt het in en uitademen
wel steeds meer bloot; dat
nabijheid het enige doel blijkt
en als je je ogen verder opent
valt vaak het ware gevoel in je schoot;
dat wat je nodig hebt als dagelijks brood
niet dat je ontkomt aan verlatenheid
in volle omvang of gewenste schaarsheid…