Men moest,
om de eerste de beste
steen te citeren,
uit de steenrots een geheel
nieuwe mens
slaan.
-------------------------
Uit: 'Eerste gedichten', 1986.…
Met gebalde vuisten
Beukt ze de hemelpoort
Zakt ineen
Hopeloos hulpeloos
Wat kan ik anders dan
Met de deur op een kier
Mijn zware sleutel
Laten neerkomen
Op haar glazen stolp
Opdat die barst en ook
Zij aan diggelen richting
Kleefstof kruipen kan
Zij is bepaald geen steenrots
Zoals ik, hooguit een uit een
Rozenkrans gevallen…
Sombre steenrots! de lente keert weder,
’t dorre veld wordt bestrooid,
maar op u blikt zij vruchteloos neder!
op uw kruin past, voor krans
een verhevener glans
’k Zag een leger van golven de aanval beginnen
Zij liepen u aan,
met schelden en slaan,
met schuimende woede! Maar zouden zij ’t winnen?…
En treft u 't ongeval,
sta als de steenrots pal,
die tot in 't hart der aard'
met de ijzren wortel vaart,
en 't hoofd biedt aan de orkaan,
hoe fors zijn vlerk moog slaan.
Beur ongeschokt het oog
vanuit de ramp omhoog,
en verg in 't smartlijk lot
nooit rekenschap van God.…
En treft u 't ongeval,
Sta als de steenrots pal,
Die tot in 't hart der aard'
Met d' ijzren wortel vaart,
En 't hoofd biedt aan d' orkaan,
Hoe fors zijn vlerk moog slaan.
Beur ongeschokt het oog
Vanuit de ramp omhoog,
En verg in 't smartlijk lot
Nooit rekenschap van God.
Let minder op 't gemis,
Dan 't geen u over is.
Wees dankbaar!…
Der Vorsten roem, het sieraad van Europe,
Die burgerdeugd met Konings fierheid paart,
In nood en dood de steenrots onzer hope,
De dierbre Vorst, 's Lands eer en steun verjaart!
Vier Neêrland, feest!…