jouw huis is leeg
de ramen
staren blind naar niets
meer dan houten schotten, vastgenageld aan
de muur
beleef ik niet
de weg van ooit liep vast in
bange hoeken
waar ik zoeken moet
vergeet ik niet, maar daar waar jij
je leven leed
huist nog altijd
veel verdriet…
ik woon niet in armen
noch in een gedicht
een beslapen ruimte
in woorden
mond aan mond
niet in een landschap
van zon en wolken
geledigde letters
in gloeiende wind
ik kan ook nog
minder wensen
een zwijgende morgen
- achter ramen begoten -
zin zonder zin
in het sterfhuis
van dit leven
long naar long…
En de enkele krans, ten uitgelei'
De dood verbloemend, -
De dode roemend, -
In 't sterfhuis zelf verwelke hij.
Uit dorre krans zal met een lach
Haar beeltnis neerzien;
Voor ONS dat weerzien -
Voor HAAR nu Rust of Nieuwe Dag!…
De Here had deze keer weer eens genomen en
met grote droefenis hadden wij kennis gegeven
en vertrokken wij om 2 uur van het sterfhuis.
In de eerste volgauto's zwijgend de mannen:
iets van aartsvaders hadden ze - hoewel de meesten
toch maar gewoon kantoorbediende waren.…
Hij moet dopen als er wordt geboren
En in het sterfhuis een zucht gaan slaken.
Daartussen ligt een lange reeks van jaren,
Waarin men tot hem zegt: u kunt mooi praten.
U moet de kerk midden in het dorp laten.
Daar zijn we altijd wèl bij gevaren.
Hij moet het volk brengen onder Gods tucht.…
Maar keren wij terug tot de plechtige rouwstoet;
de lijkwagen voert, met spannende riemen,
de paarden, rustig, tot vlak voor het sterfhuis.
De vrienden verspreiden zich, achterwaarts lopend.
Het sterfhuis?…