kerosine slurpt
Zet hij miss Amy Whitehouse op en dan
Na vierentwintig uren in haar graf
Van groen en stikkedonker ziet hij vaal
Een slaapverwekkend maneschijnsel gloren
Vastgebonden, los en vrijgezonden
Broeierig in schommelende schuiten
De kapucijner mantels en kazuifels
Volumineuze haardracht in spierwit
Geverfde grassprietegels mene tekel…
Ach, die blik van haar… mene
tekel. Er was geen enkele
bedding, geen uitzicht op redding.
Ze was een dodo op Mauritius: vet en
waggelend en ondanks haar logheid
verrassend wendbaar in temperatuur.…
Een koel verwijt aan 't vorm'loos lijfsverkleven,
Een mene-tekel waar ik lang op staar,
En toch geen drogbeeld, want een kinderleven
Verstond die lijn en richtte zich er naar.…
De macho sprinkhaan in oranje giert
met maxikettingzaag door mijn plantsoen.
Op vlieren, berken, ja kastanjes viert
hij lusten bot. Het is voor mij geen doen
verwoesting aan te zien met droge ogen.
Het bos verwordt tot zaagselvlakte, kaal
met enkel nog een eik waaruit gebogen
tak als vragend teken steekt en taal
van vroeger spreekt: gewogen…
niet het blauwe boven wit
of het grauwe onder groen
niet de vis die boven zit
of de steel onder een bloem
niet de flinter van een spicht
of de donder van de dag
niet het donkere van licht
of de glitter van uw lach
niet het kromme van de krakel
of het krikken van de krekel
niet de tenten van tentakel
of de hik verstappende hekel…
de regenboog is schitterend te zien
hun heksenjacht ontkracht door zonneschijn
dat maant de mensen immer mens te zijn
verspreid geluk verdraagzaam bovendien
de lieden die het teken niet verstaan
zij zullen ooit alleen en eenzaam gaan…