Langs het eenzame spoor
de telefoonpaal.
Hij gonst.
Er is geen ander geluid
langs het eindeloos spoor.
Een wolk drijft over hem
en is onverschillig.
Het landschap "gaat zijn gang"...
Toch gonst de telefoon-paal dag en nacht,
onder de hemel.
Het is een verlaten pijn,
een onophoudelijke klacht...…
zoals bramen
spreken over mensen
zo prakkiseren
aardappelen over geiten
zoals brievenbussen
communiceren met pruimen
zo roddelen telefoonpalen
over beursfluctuaties
zoals balletdansers
anticiperen op onoverkomelijkheden
zo reageren boterbloemen
op een aardverschuiving
en
zoals gokverslaving
leidt tot milieuverwording
zo…
Je kunt
nog altijd fier rechtop als telefoonpaal
dienst doen, stijf tot in de lengte
van jaren, onbuigzaam maar met uitzicht
op de helling en het dal. Je kunt
ook met je knoesten en je splinters
in de haard worden gegooid. Je bent wat
vlugger weg, maar zoveel warmte gaf je nooit.
Ik steek mijn handen naar je uit.…