Nou, nou, dacht ik, dat is me,
dat was me wat, die scène,
die ik niet zonder gêne
in veel te korte tijd
tot treurdicht heb gebreid!
Maar ja, ik had geen keuze:
dat kwam door al die reuzen!…
Het wachten moe, de therapieën beu
treedt zij binnen onze muren in
op witte laarsjes voetzoekend,
als een verdwaalde vlinder
die van ver is aan komen vliegen.
Max Factor en de Bijbel onder handbereik,
zijzelf daartussen middelevenreden,
zet zij aarzelend de eerste schreden
op weg naar de oorsprong en de zin,
het raadsel van haar eigen onbestaan…
Juul heeft de allertraagste fiets,
bestemd om nergens aan te komen.
Hij loopt ernaast als naast een ouwe ezel
bepakt met ouwe ezelsdromen.
Maar nu is Juul plots dood.
Plots foetsie naar een beter niets?
Juul had zelf ook een ezelskop.
Waarschijnlijk van Henri Matisse.
Het is de vraag hoezeer hij niet meer is,
want niemand, niemand die hem mist…