ik ben een man van tienen en énen
en aard niet in de middelmaat
gedoemd tot een solitair leven
verkies ik de veldweg en laat ik de straat
Een kruid gedijend bij noorderwind
en malse regen in het ochtendgrijs
ver van de meute, weg van de massa's
tref je mij tussen paardebloem en ereprijs
"Hij die de slaap vindt wint de morgen
Geen man…
Goed, ik ben naar binnen gegaan: schroeiplekken
in landschappen of klef beslagen gangen
heb ik nooit ontlopen; 't liefst kies ik lange
onverharde veldwegen om te trekken.
Er is een stoel, waar, waarin, voor de ander?
Op bed zitten zou privé-schending zijn.
Een lamp geeft licht maar niet om bij te lezen.…
Vergeet ook niet de holle wegen,
flaneer over veldwegen tot aan een kruis.
Onrust zal spontaan in je vervagen,
want je voelt een moment van veilig thuis.…
Tussen eindeloze muren van maïs
zwerft een zwarte kater.
Gans alleen.
Hij weet niet waar hij is
en verdwijnt in een houterige stoet
onder kolven met lange pruiken
en wiegende maïskruisjes.
De maïsklonen klagen in de wind
en balen van hun monotoon bestaan
als lid van de “Colonne der stijve harken”.…
In de stoffige veldweg liggen ze daar
en in de omgeploegde akkers.
Ja, en bij het beekje in 'Het Broek'
en in vaders tuin waar de seringen
en rijen rozen wachten op bewondering.
Waar, peuzelend aan wat peperkoek
mijn zusjes vrolijk touwtjespringen.…