En de nachten zullen groeien
en ons leven zal vergaan,
't lege hart zal stil verbloeien
in een zelf bedachte waan.
Nu gij 't leven dorst verspelen
afgestompt voor vreugd en pijn,
wil ik wel met u nog delen
dit bestaan van zielloos zijn.…
Onhoorbaar bestond daar een lelie
Witter dan ik kon betreden, heden
Begreep ik de wil en de waan
Aanlandige winden te smaken
Onroerbaar te zijn als het kruid
Geen ogen zelfs voor zon of maan
Er zal, voor het einde komt
Nog heel veel moois verbloeien
Dat om zichzelf toch bloeien wilde
Laten we lopen
Nog een rondje tegen de dood
Zodat…
Mag ik uit de wilde spelen
van dit wisslend licht en donker,
uit de wankle op- en neergang
der verbloeiende getijden
niets dan u en u alleen onthouden
in uw nimmermeer te grijpen
stralende onafhanklijkheid?...
Kan uw ijver niet gedogen
dat u iemand buiten mij zou weten?…
Dit samen-zijn zal schoon verbloeien,
Maar niet als in die ene nacht.
Plots gaat een gaal weer klanken sproeien,
Maar niet als in die ene nacht.
Straks strenglen streling moede handen,
Maar niet als in die ene nacht.
Als flauwe schemer blauwt de wanden,
Maar niet als in die ene nacht.…