(bij een rondedans, op de wijze van 'Hansje sneed dat koren was' etc.)
Ik zie je wel, al ga je snel
U in het bos vertrekken*.
O maagdeken, uw klaar’ aanschijn
En kun di* niet bedekken.
Voor die u mint, mijn lief! Ik bin ’t*,
Ai, wendt uw snelle voetjes!
En is ’t uw wil, zo sta wat stil
Of ga tenminste zoetjes*!
Laat mij toch iets verwerven…
Er onstaat in mijn hart een nieuwe liefde,
Stil en groot,
Die, evenals een bloem verhief de
Stengel en kelk, zo schoot
Door mijn borst, en door mijn ogen kliefde
Zich de weg, en bood
Zich aan mijn ogen bloot: een nieuwe liefde.
En nu zie ik mijn nieuwe liefde,
Die zich ontweefde
Aan het kristal
Van mijn ogen, door het Heelal
Gaan, alsof…
Voorzang
Boven Gent rijst
eenzaam en grijsd
’t oud Belfort, zinbeeld van ’t verleden.
Somber en groots
steeds stom en doods,
treurt de oude Reus op ’t Gent van heden.
Maar soms hij rilt
en eensklaps gilt
Zijn bronzen stem door de stede.…