Had het in de mergel
van het wachthuis
willen kerven
had het gevoel van weleer
weer terug;
Giebelig en tienerig...
Had jij mij nagedaan?
en met de wijsvinger
geschreven:
I LOVE YOU TO?…
een god zat in zijn eeuwig wachthuis
hij zag de groezelige tranen
hij hoorde het zanderig kreunen
deze god zag al die beroering wel
op de smalle weg
een dijk tussen de meren
de ijskoude zon boven
langgerekte lichtpaarse wolken
god’s blik was ingekeerder dan ooit…
stelt zich in 1666
met een schans te weer
het geeft vastigheid
in de Franse Tijd
wordt het een redoute
met zes hoeken
je moet er nu nogal naar zoeken
bomen staan er overheen
Leidijk loopt er dwars doorheen
een woonhuis staat er
die schans in het veen
bij de rand van Nederland
Duitsland aan de overkant
kanonnen zijn er niet meer
geen wachthuis…