zwart-witte winterets
in haar achtertuin
tijdelijk tonen bomen
koude schoonheid
zij wachten als
stille sneeuwdragers
met hun lichte last
roerloos ingekeerd
in de lente zullen
duiven tortelen…
paradijselijke wei
waar vrijheid kleur
en vormen bloeiden
werd ieder hemels blij
ook zij wist van
de volle oogsten
de rijkdom zo dichtbij
later nog het land
met kale stronken
als verlate herfstpartij
in helder schemeren
deden vorst en gladheid
al even van zich spreken
het winterde in
gebeden voor het
pittig warme wintereten…