Een wirwar kluwen
draden spuwen
uit spinnenrag
wiegt en hangt
aan grauwe daken
de uitgedroogde
hulzen die jij
nog wil bewaken
zijn grijs gekleed
in 't fijnste
zilverstof
dat jij ooit weefde
jij hebt hun ziel
in slaap gewiegd
om nooit meer
te ontwaken
je hebt jezelf
ook ingepakt
als troost
voor koude dagen…
uur
kleur ik opnieuw de woorden in,
smeed ik hun gestalten archaïsch,
eindeloos
In verlatenheid opgenomen
boort angst een illuster fluisteren
van fragiele lichtdeeltjes
in een te kleine ruimte
Aan mijn huid kleeft een zuiverder kleed
dan mijn geweten mij wil aanmeten
En waar ik mijn blik op werp
schep ik nieuwe werelden
uit zilverstof…