inloggen

Alle inzendingen over zuigling

7 resultaten.

Sorteren op:

Voorrang des slaaps.

poëzie
4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 536
De zuigling kent nog niet De wijn: de grijsaard kent Niet meer 't genot der min. De jongling proeft en kwijnt: De man slechts drinkt en mint. Maar allen kennen ze, Genieten ze de slaap. Ik sliep gewiegd, als kind; Ik sliep, als jongeling: Thans slaap ik als een man: En zal, zo 'k hoop, eenmaal Als grijsaard slapen.…

De dag breekt spoedig aan

poëzie
2.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.700
Dan zinkt op nieuw de vriend aan 't hart zijns vriends ter neder, Dan vindt de moeder haar geroofde zuigling weder!…

Waar woont 't Geluk?

poëzie
4.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.460
'k Naderde en ik zag een jonge moeder, Aan haar borst een zuigling; 'k zag haar gade Druk aan 't werk en levensblij. 't Kindje keerde zich en lag gulhartig lachend; Blozend dekte zij de kuise boezem, Vriend'lijk knikkend groette hij.…

Het graf

poëzie
4.0 met 32 stemmen aantal keer bekeken 9.549
De rauwe moederkreet dwingt hem geen Zuigling af; Hij scheurt de Jongling van het gillend maagdenharte, Bespot de vriendschap, en beschimpt de huwlijkssmarte. Zijn adem blaast - rang, macht, goud, titel, aanzien, zwicht; De mens wordt wat hij was bij 't eerste levenslicht.…

BIJ EEN GRAFPAAL

poëzie
3.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 2.764
Een zuigling van een dag? Een meisje? Een vrouw? Wie zal ’t beslissen? Maagd? Gade? Weeuw?… Wij moeten ’t dan Maar zonder deze kennis stellen; Hier zijn we alleen maar zeker van, Dat wij niets hebben te vertellen. Wat was haar lot? Dat van een kind, Omringd van liefde en welgevallen?…

Bedelbrief

poëzie
3.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 2.929
Een moeder, die niet vragen dorst, Vond 's ochtends aan haar koude borst Haar zuigling dood gevroren. Een grijze schooier, half gekleed, Was op een ijsklomp uitgegleden; Men vond de stumperd, krank en zwak, En stervend op zijn bedelzak, Een sneeuwdek op de leden.…

WELDADIGHEID

poëzie
3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 7.183
Daar stort in ’t nat een zuigling neer; o Wat geluk mag mij gebeuren! Ik kan het aan de stroom ontscheuren, En geven ’t aan de moeder weer! Zij drukt me aan ’t moederlijke harte, Omklemt haar zoon, stort aan mijn voet! Haar oog ontspringt een tranenvloed, Nu sprakeloos van vreugd, weleer van angst en smarte: Zij juicht!…