oliebaron in de ijstijd
netgedicht
kantelt en knelt in de havengeul
een ingesloten luchtbel wacht op het houweel
kolommen van spiegelglas kapen de horizon
dempen de zenuwhoest van hoge heren
de bariton van het gegrom, een olijke rel
terwijl ze sushi en medoc slempen
de schaar van de kreeft kraakt tijdens hun bezadigd spel
ze zwelgen in hun monopolie, hun woekerwinst en aardolie…