Ogen dicht,
van ongevulde bloemenvaas,
verknipte rozenstruik.
Nog altijd dansend in mijn hoofd,
met lakschoentjes
en blauw jurkje.
Heb ik nog niet vaak genoeg gezegd
dat de maan de maan is
en de zon de zon
maar dat ik slecht ik kan zijn
in de schaduw van jouw bloemenknop?…
Als hij een bloem zou zijn
in een bloemenvaas,
is hij de altijd verse roos
die de kamer geurt,
met druppels
op het zachte bloemenblad en op het groen,
zijn steel heeft doornen.
'k Heb ook nog wat and’re vrienden, gebonden,
zij zijn van fel gekleurd fluweel,
draperend rond de roos.…
van een gezellig terrasje
tot een knuffel van jouw lief
kinderhandjes misschien
die jou vertrouwen
de geur van verse koffie
het goede glas
als afsluiting van de dag
het zachte zomerbriesje
of bij het keukenraam
jou toezingende vogels
onder eerste zonnestralen
een wandeling in het bos
die niet verwachte schouderklop
die geurt in een bloemenvaas…