Drie schaduwen sluipen in die nacht
door het vredige gehucht
beladen met chocola en speculaas.
De schimmel, Piet en Sint-Niklaas.
Zij asemen kleine wolkjes
in de kille najaarslucht.
En balanceren op de daken
als de maan schijnt door de bomen.
De heilige man graait in z'n grabbelzak
naar marsepein en zoet gebak
en strooit in wachtende schoentjes…
Mijn naam is pimpampoentje
het is hier zo fijn om te spelen
vriendjes maken en ons niet vervelen
ik zorg voor elk klein kapoentje.
In deze creche doen we onze zeg
opruimen, spelen en liedjes zingen
we weten hoe we moeten beginnen
eens komt die dag,...elk van ons gaat weg.…
Pakpapier of geur van speculaas
natte sneeuw en ’t vroege duister
Op dak of hier, overal was pieterbaas
Dus wees braaf, zei Moe, en luister
Oh, onbezorgde tijd van sfeer
We plukten bloemen van de ramen
en vroeg daalden wij de trappen neer
Naar gevulde schoenen voor ons samen
Mijn God, wat mis ik de kolenhaard
Kapoentje zingen op moeders…
Ook een liedje moeten zingen,
van sinterklaas kapoentje,
en die maffe man,
vroeg met die lange baard
ook nog stiekem om een kus,
een zoentje.
Snel weer terug onder de veilige tafel,
mijn beurt zat erop de anderen mochten,
waren we wat blij als die gasten
de andere kant van de deur opzochten.…
Hoewel 't nu zes december is, al schijnt de Sint vertrokken,
de Maan nog door de bomen en de Heiligheid nog vals,
wij zetten straks de schoenen op, de klompen en de sokken
en dansen op 'Kapoentje' geen flamenco maar een wals
Als ieder jaar, begin december, wachten wij geduldig
totdat Sints vele schijngestalten weer vertrokken zijn
en vragen…