al zo lang
iedere dag opnieuw leren kijken
en jezelf bestraffend toespreken
als je overal net aan voorbij gaat
als het gebeurt
het alloude nieuwe
niet triomfantelijk
maar gewoon omdat het
onvoorwaardelijk vertrouwt op gunstige wind
een regenbuitje op zijn tijd
en koesterende zon
waaraan ik me mopperend warm
terwijl ik mijn paraplu uitschud…
haar lippen gingen nog net zo rap
en glinsterden in decemberlicht
zoals de morgendauw toen in april
het haar dat hij nooit ontplooide
was grijs geworden gestuwd nu
in een wrong de lange manen
die ze eens sierlijk uitschudde
als ze met hem gezwommen had
aan de dijk bij opkomend water
hij hoorde haar niet meer hij was
weer op dat…
in het licht
waar kabbel van kreken tot drinken verleidt
toch zal ik fluitend mijn oude luit uit
de vingers van de wilg plukken en zingen
-bij het vrolijk openklaren van snarenspel-
een goddelijk lied vol herinneringen
nu klokken kleppen door heuvels van heimwee
en wind van verlangen de hemel vangt
de bergen van Salem hun vrede uitschudden…
Over de stille,
Stille sneeuw,
Diep uit de verte,
Onder de lage
Malv'-witte luchten
Nadert het tinklen
Tinklen, tinklen,
't Gulzilvrig rinklen
Aanzwellend, klankwellend,
Uitschuddend, zwierend
Een sleep van geluidjes:
Schelklikke klankjes,
Pretdolle zangkjes,
Rap, druk, uitvierend
In vreugdvlugge schatering
Bellekens-klatering…
dag lieve vriend
bedankt voor al die mooie jaren waarin jij mijn maatje was
die mij zonder woorden kon begrijpen
en voor wie niets te dol was
samen wandelen aan het strand
je lijf uitschuddend en je natte kop in mijn hand
alert op elke beweging die ik maakte
trillend van ingehouden spanning gefixeerd
wachtend op het stille seintje…
dag lieve vriend
bedankt voor al die mooie jaren waarin jij mijn maatje was
die mij zonder woorden kon begrijpen
en voor wie niets te dol was
samen wandelen aan het strand
je lijf uitschuddend en je natte dop in mijn hand
alert op elke beweging die ik maakte
trillend van ingehouden spanning gefixeerd
wachtend op het stille seintje…