amichai lees ik:
‘de diameter van de bom’
en boven mij
gaat het gierend huilen
op deze eerste maandag
De diameter van de bom was dertig centimeter
en de diameter van zijn effectief
bereik ongeveer zeven meter.
En daarbinnen vier doden en elf gewonden.
En daaromheen in een grotere cirkel
van pijn en tijd liggen verspreid
twee ziekenhuizen…
Hij is alleen en boven hem zweeft een vogel
met een geweldige spanwijdte. Geluidloos
houdt deze hem ononderbroken in het oog.
Rillend drentelt hij rond. Hij wil en zal hier op
dit eiland zijn rede voor een wereldwijd gehoor
vormgeven. Regel na regel neemt hij op de
lippen en wat goed klinkt spreekt hij omhoog.
Telkens hoort hij dan in zijn rechteroor…
De negende maand volgens de oude Romeinen heeft een welluidende naam al brengt de maand geen novum maar vermindering. Allerzielen bepaalde meneer Jeronimo bij zijn doden en bij zijn achternaam ‘van Elk’. Zijn naamgever had een grootmoeder die zo heette maar Jeronimo denkt bij die naam allereerst aan: hoe dat elckerlijc mensche wert ghedacht Gode rekeninghe…
Als protestant van huis uit heeft Jeronimo niet zoveel met Allerzielen. Bidden voor de doden was voor hem taboe. Hun verblijf in het vagevuur daardoor bekorten? Op catechisatie hoorde hij dat het vagevuur een verzinsel is. De doden zitten in de wachtkamer voor de hemel maar voor de reformatorische wereld waarin hij opgroeide was heel het aardse bestaan…
Het CDA gaat pacteren met de PVV.
Houdt die partij nu schone handen
of gaat ze juist vuile handen maken?
Ach, wat maakt het uit, dat zijn
toch allemaal maar woorden. Wat telt
is de macht.
'We moeten onze verantwoordelijkheid nemen',
zo klinkt het nu in de achterban.
Dat klinkt fraai maar ik zou ze niet
graag de kost willen geven die…
echt
aan de grond genageld staan
een nachtmerrie
Hij had ze nog zo gewaarschuwd: niet een hol graven in de wal
van de geweldige kuil. En nu zaten ze daar toch in hun holletje
naar hem te grijnzen. Duifjes in hun columbarium.
Hoofdschuddend sprong meneer Jeronimus
de kuil in en de wal bezweek.
Nog even bewogen
jongensmondjes
in het zand.…
Haar lokken dansten een glans van kastanje.
Haar sproeten sprongen in 't oog. Het mensdom zag een jonge ree.
Jaren later staat er een dichteres voor de deur. Gejaagd troont ze
Amos mee.
Zwarte wind
wervelend op de kim -
het licht is van huis
Zij vergt dat hij haar stroeve nek masseert. Haar vel is van
fluweel en heuvelend als Umbrië haar…
Nooit kreeg je hem goed in het vizier.
Hij volgde en ontweek. Als ik rustig
wou gaan zitten, vloog hij op
naar de boog van walvisbeen.
Hij keek de straat uit, liet langs mij heen
zijn ogen weiden over het lage en het hoge
wad.
Aan de wal zat hij steevast op de nok
van mijn dak te zwijgen.
In het morgenlicht
verloor de kleine vogel
alle…
Waar Rome eens barbaren weerde stroomde indertijd de Rijn in zee.
Tussen Sint Olof en Sint Jan kon hier de hemel verduisterd worden
door wolken gonzende insecten. Vijf uren had de langstaartige
nieuwgeborene de tijd om vluchtvaardig te worden, te paren en te
sterven.
Na een overmaat van regen loopt het water nu de spuigaten uit
en kun je…