Ik weet het niet wat van mij worden moet
Na al dit rustloos pogen, nimmer slagen;
'k Heb vruchteloos een beeld in mij gedragen,
Ik heb de adem niet die 't leven doet.
En geest en hart, zij waaien droeve vlagen
Van kille leegheid in 't verdord gemoed;
En de aarde kwijnt; met haar gij, 't laatste goed
Waaraan 'k mij klamp, gedenkend…
De gladde golven glippen naar de rede
Met klaterend even, weer gesmoord gekoos,
De hemel schemert over zee, en mede
Is vrede wijd en zijd en tijdeloos.
En uit de haven komen zij gegleden
De boten met hun zeilen roereloos,
Een kantige schaduw tegen donkerheden,
In 't spiegelende nat een schaduw broos.
De nacht is peilloos; waar de…
Zie, moederlief, 'k lig weer eens aan uw voeten
Als in de tijd toen 'k gans nog was ùw kind.
Laat vloeien 't heimwee naar mijn jeugd met zoete
Zang, die zich gouden door 't verleden windt.
Ik ging de wereld in, opdat ontgind
Wierd, wijze toekomst, die, in wording, wroette
Diep in mijn ziel; door wetens waan verblind
Glimlachte ik…
Heerlijke, donzige nacht
zinkt op mij neer; zoelig zacht
smelt in zijn adem 't laatst verlangen,
wegstervend in een laatste stille klacht.
De suizlende avondwind speelt in de zilvren snaren
der kinderkalme ziel; en op zijn brede baren
voert hij, de wijde stilte door, onmeetbre zangen.
Uw spiegelende ziel, van weemoed plots omvangen…