Wel man, wat kan
u de stad behagen,
dat gij mij durft plagen
om mijn keur?
’t Lust mij niet te leven
naar de sleur.
Al wat de stad kan geven
heeft geen smaak of geur.
Hoor mij, wilt gij
onschuldige vermaken
onverhinderd smaken?
Kom op ’t land!
Leer eenvoudig leven;
heb verstand!
Natuur wil heil u geven;
neem het uit haar hand!…
Nog nooit, nog nooit voelde ik mij dus ontstellen
nog nooit mij meer ontstellen!
Ach zijt gij 't, zijt gij 't zelf dan mijn vriendin?
Wat ik voel, kan ik u niet vertellen,
Als alleen dat ik u nog hartlijk min.
Maar zou, maar zou ik wel zo zeer ontstellen,
Zo gij niet waart mijn waardigste vriendin?
Kom laat, kom laat…