Wij drinken hier niet van verdriet,
Nog minder van plezier;
Toch drinken wij, zoals gij ziet:
Er is niets anders hier!
Want in de schemer van uw dag,
Vaal tussen nacht en nacht,
Was er niet één die naar ons zag,
Géén die ons nodig dacht.
Niet één die onze wijsheid riep,
Of wachtte…
Waar ik treê daar bloeien de landen
zonnig en overblauwd,
wat ik raak met tastende handen
vat ik tot glanzend goud.
In mijn handen draag ik het Wonder
voor die terzijde staan,
hoog hef ik het licht, waarzonder
z'hun weg niet kunnen gaan.
Dat met fonklende glans hunner dagen
eentonig grauw omhult.
Daarom mag ik zelf niet klagen:
dat MIJ…
Een vroege herfst blaast door het dunne lover,
alweer een jaar is bijna zinloos over.
De schemer valt, ’t al om ons heen vervalt,
wij werden zwakker, suffer, blinder, dover...
Wij sterven, en ons Land sterft om ons henen...
Niets bleef dan regen, dorre bladen, dode stenen,
de wind rukt aan de bladen en de bomen…
Kilte en mist, ons eigen…