Ooit ging ik weer waar ik was schoolgegaan.
Ik zag mijn lerares, krom door haar jaren.
Ik voelde haat, maar niet door haar ontwaren -
zij had nooit bij mijn voelen stilgestaan.
Volwassen nu trad ik haar stevig nader.
Mijn hart vol van rancune, van mijn haat.
Ik zou haar alles zeggen, accuraat!
Bij elke stap gezet werd ik steeds kwader……
Met blijde blik omhelsde hij vol dank
haar licht gebogen hoofd. Het zoete welven
van voorhoofd, wangen, keel. Het zacht bedelven
van krullend haar de schouders, lelieblank.
Dat zij zijn lief was, dacht hij vaak in twijfel,
zijn geest bevreesd, geheel zijn hart ontdaan
bij de idee te leven in een waan -
dat al zou stukslaan op zijn bange…
De winkeliers in Oude Pekela
die waren senioren meer dan zat.
Dus gaven ze de oudjes voor hun gat
een fijne hangplek in hun winkelcentra.
Maar ’s zomers zat men toch maar liever buiten.
’t Zijn jong’ren nu die binnen zitten fluiten.…
De bel gaat. Potig staat ze daar, de buurvrouw.
De barbecue, daar gaat het om. ‘De rook
waait zonder meer mijn tuin in. Gore smook
besmeurt mijn wasgoed. Walg’lijk!’ schreeuwt de kenau.
‘Mijn witwas dampt van kotelet,’ beweert ze.
Ik haal mijn schouders op; geen boodschap aan.
‘Mijn feest gaat dóór,’ geef ik haar te…
Hij zag haar zich ontkleden bij het meer
Haar lijfje een en al beweging
Hoe fraai was dat in zijn beleving
Al wist hij zijn conditie klote weer.
Frustrerend om daar zo staan loeren
Zijn rampenjongeheer echt niets meer waard
Die rottenis door ouderdom verklaard
Dus nooit meer hoeren en/of snoeren.
Kort zag hij zich weer als een jonge hengst…