onder de luifel aan de overkant van de straat
staan kinderen met rode jassen verwelkt
kleven krullen op hun hoofd
in de tuintjes wacht alles nat
er hangen lakens aan een waslijn
waar iemand niet thuis is
om ze binnen te halen
of waar iemand wel thuis is
maar achter het raam staat en kijkt
hoe de wind ze tot zwaaipoppen blaast
-------…
er moest een keer en daarom
kwam ik uit mijn pompoen gekropen
ik verloor een schoen en de rest in mijn haast
lang en gelukkig te leven
met een man zijn harde hoofd naast mij in bed
de adem uit zijn mond zijn handen
kunnen overal en waar
het past daar
trekt hij aan
----------------------------
uit: 'Onder de luifel', 1998.…