Houden, als kind, van zachte lijnen,
van felle kleur: ultramarijnen,
oranje en rood, gelijk een zon;
van warme gelen, rijp als koren
van sluiers blauw, wolkenverloren
van helder wit; sneeuwwater; bron.
Twee eeuwen later, dieper houden
van warme tinten, donker gouden
gebarsten oker, schroeibruin brood.
En met de ogen willen meten,
en met…
Zoals zo dikwijls aan haar denkend,
sluit ik het boek, waarin ik las;
en ogenschijnlijk aandacht schenkend
aan blauwig bloeiend juligras
wil ik 't geheim - haar goedheid - weten.
Ik vind de woorden, die ik zoek
in een klein, oud, bijna vergeten
versleten catechismusboek.
Grijsheid, waarin we soms ontwaken,
modder en mist, en brand en as…