De krant
Het sneeuwt. Op het plein worden de sporen
gewist. De man zoekt in zijn krant wat hij mist,
wat hem stoort, boven het hoofd hangt en wie
zich vergist. De vrouw slaapt, wordt niet gehoord.
De torenklok, op de tijd achteruit, slaat geloofd
zij de heer om zich heen en de huizen rollen
als egels op elkaar in. Een schoorsteen hoest,
werpt een koord, sputtert tegen. Het dorp dooft.
Nog steeds zet de man geen voet aan de trede,
hij volhardt in de krant die hij vreest. Nog steeds
dat litteken tussen de kaken, niets dat geneest.
Nog steeds geen krakende trap naar beneden.
De vrouw slaapt, de man ontleedt het weerbericht.
Hij vindt haar, boven een plas, ijs op het gezicht.
----------------------------
uit: 'Zwijghout', 2000.
Inzender: cp, 7 april 2008
Geplaatst in de categorie: familie