inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.717):

Doortocht

Langs zuring, wolfsmelk en bitterkruid
ga ik, gespijzigd door namen.
Aan de rand van de sloot beweegt speenkruid
en stinkende gouwe. Daaronder, nauwelijks
zichtbaar de zompige grond, als roest
achter spiegelglas. Laat rusten,
roer niet, jaag niet op. Geef alles
een eigen naam. Noem het niet

'Rode Zee'. Maar maak je gereed
en eet haastig: de doortocht vangt aan.

-------------------------------------------
uit: 'Gevleugeld/ontvleugeld', 1996.

Schrijver: Renée van Riessen
Inzender: wvdp, 22 december 2018


Geplaatst in de categorie: afscheid

2.0 met 360 stemmen aantal keer bekeken 87.284

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)