inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.788):

Herfst

Van 't najaar keren weer de schone dagen -
Van het hoeveelste? en hoeveel malen nog?
Tot het ontrijzen aan zijn nederlagen
Lokt den verslagene zijn zoet bedrog.

Dit is de tijd, dat men zou moeten lopen,
Gerooide velden langs of door een laan,
Aan 't eind waarvan een vergezicht gaat open
Op herfstland en een edeler bestaan.

En, thuisgekeerd, bij een vroeg vuur gezeten,
Den avond rekken met een schaarse kout,
Een enkel woord over de diepst-geweten
Bewogenheden, die het hart behoudt.

Of in de stad, voor licht-beslagen ruiten,
Terwijl een dunne mist de grijze gracht
Befloerst, te zien, hoe 't schemerende buiten
Geleidelijk teloor gaat in den nacht.

De nacht, die naderkomt, duister en heerlijk,
En even heul brengt voor de levenspijn
In de armen van het hier alleen begeerlijk
Geluk: bemind en niet gekend te zijn.

In stede: Dag. Een gemelijk ontwaken
In de slagschaduw der toekomstige plicht,
In slaafse haast zich wreevlig op te maken
Naar geestloze arbeid, wrokkende verricht.

Avond. De gang terug. Vermoeid, versmeten,
Voor elke daad te ledig, onbemind,
Den slaap te zoeken in dit ene weten:
Dat morgen 't eeuwig eendre herbegint.

Zo is het dag na dagen. Om der wille
Van wat? Van enkle verzen, die vergaan?
En de herfsthemel straalt, waar grote stille
Wolken verheven en doorschenen staan.

Schrijver: J.C. Bloem
Inzender: Henry Kammer, 22 april 2011


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

2.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 15.481

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
me
Datum:
6 september 2023
mooi bijzonder moet ervan huilen

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)