Onder lijn 4
De werkers kwamen fluitend van karwei,
staken de rijweg over, dromden rond de halte.
De adel van hun kracht beschaamde mij:
triest hing daartussen, zinloos, míjn gestalte.
Een eerlijk broodblik priemde in mijn kraag,
een zwaar beslagen schoen rustt' op mijn tenen.
Mijn leven had nog nooit zo leeg geschenen:
ík had alleen een plaat gekocht vandaag.
O! 't Liefst zou ik van hen hier voorman wezen
en legde in één gebaar de hele haven lam!
Maar ach! Voor morgen staat een boek op het program.
En dan maar weer een plaat, men kan niet eeuwig lezen.
---------------------------------------
Uit: Van Harte Beterschap, 1983
Inzender: FFvK, 22 maart 2021
Geplaatst in de categorie: werk