Album
Een klas met veel te hoge ramen.
De aarde hangt er zomaar aan de wand.
En tweeëndertig stijve meisjesrompen
zijn rij aan rij, in melkwit licht,
aan banken vastgeklonken.
De toekomst in hun ogen moet voorbij.
Men geeuwt er al verleden uit.
Maar één van hen, de mooiste, jij,
nog niet verlegen met haar leven,
is met de aarde iets van plan.
Ik wil haar schooljaar overdoen:
haar smoezen, fratsen, onvoldoendes,
haar appelflauwtes om een niets,
de droesem in een oude droom.
Wat onder ede werd verzwegen,
daar luistert nu geen mens meer naar.
------------------------------------
uit: 'Bandeloze gedichten', 1996.
Inzender: mt, 10 januari 2012
Geplaatst in de categorie: fotografie