inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 2.330):

botlopen

We zetten zwinnen in de zandplaat af
met warnetten en joegen stapvoets bot
en schol op, vingen emmers vol.

De kotter op de drooggevallen vlakte
hing scheef, de eerste stilte scheen
te dalen uit de zon, een oever was
er niet.

Uit water waren wij getild, samen
met gesloten schelpen, om tenminste
één keer haast te weten hoe het is: te
zijn gestrand en toch te overleven.

Twee of drie uur zou de eb ons hier
nog dulden. Dan niet meer.
Genoeg om te onthouden dat wij het
onbetwiste midden waren van de ruimte,
die wij opgelucht en nietsontziend
bevisten.
-----------------------------------
Uit: 'Bewoond als ik ben', 1981.

Schrijver: Ed Leeflang
Inzender: hk, 24 mei 2013


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 3.304

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Rudolf
Datum:
2 juni 2013
Een mooi dicht, wel jammer, vind ik, van een ietwat langdradig slot. Past niet echt bij het geheel.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)