inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.420):

Ik kom je tegen

Mijn vingers hoef ik niet te zoeken. Als mijn hand
in mijn tas graait - beige leder versleten,
ik moet nodig een nieuwe denk ik om het meteen
weer te vergeten - raakt mijn pen mijn vingertop.
Tussen muntstukken, visitekaartje, plakkerig snoep,
plastic olifant, lipstick, tampon, opschrijfboek,
vind ik de pen. Omdat de pen mijn vingers vindt.
En dan kom ik jou tegen, zomaar uit het niets,
om de hoek. Omdat jij mij tegenkomt.

Op een kalender lees ik: Hoe weet ik wat ik denk
totdat ik zie wat ik zeg?" van E.M. Foster geciteerd
door Daniel Dennett geciteerd door Jannah Loontjens.
Dat ben ik. Omdat mensen mij zo noemen. Omdat
er mensen zijn die mij zien. Die mij roepen
of groeten. Het geslacht der mensen is gelijk aan
dat der bladeren, staat in de Ilias. Ik zie de aarde
als bol omdat mensen ervan af kunnen. Omdat zij
kunnen neerkijken en wij kunnen opkijken, naar
vliegtuigen en satellieten die het blauw doorklieven
en de lucht tekenen alsof het leven van hen is.

------------------------------------
uit: 'De poëziekrant' nr. 4 2017.

Schrijver: Jannah Loontjens
Inzender: rdw, 6 september 2017


Geplaatst in de categorie: heelal

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 4.490

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)