Netgedichten

netgedicht (nr. 23.972):

makkerstaatje

wild geraas, altijd in een of andere hoek
zie de maan, hij schijnt niet door bomen
marsepein en pepernoten, weet je nog,
laat de goed heilig man nu maar komen

zie ginds komt een stoomboot, kapoentje
draagt een mantel en zit op zijn paard
daken bezwijken en schoorsteen te klein
o, kom er eens kijken, wat is hij bebaard

hoor, wie klopt daar kinderen, het is een
vreemdeling zeker, uitgeprocedeerd zeker
met heel veel lekkers, maar wie stout is
krijgt de roe en geen lekker warme beker

met chocolademelk of een schoentje met
een suikerbiet en een pannetje water
nee, makkerstaatje, hoor de wind waait
over de bomen, dat voel jij pas veel later!