doodsprenten
Hoe jij op de stalen rand van een dood leven zwerft
het noodlot dat in je vingers zweeft, met het zwerk dat je vervloekt
alsof je onbewoonbare moeder je weer uithuizig spuwt.
de waanzin die je in de keel van een hond legt, alsof
je de ogen aflegt voor de afgronden die je achter laat
de ladders die je achter je optrekt als toekomst
dat vertrekt in een horizon die in elkaar schuift
als vluchtende huifkarren met zwalpende kruizen
hoe je de vlerk uithangt in je versleten boutades
je uitgedragen stoel bewoont rondom de gapende wonde
hoe je je schurkt aan de regen in je dronkenmanslaap
je begint te vergeten dat je taal op de achtersteven gebleven is
alsof je weer eersteling wordt, moeder haar kapitein van de lange vaart kust
je rijpt er in de loden druppels en rijgt er een krans van gedoodverfde zegeningen
*Opgenomen in de bundel verzamelde gedichten' Boontjesprijs.
Geplaatst in de categorie: psychologie