Totem.
Ik wilde een keizer worden
in dit leven van dwergen,
maar ik kon de zachtheid
van de perzik niet vergeten
en bleef een heel jong kind.
Ik ook heb dagelijks de witte
halzen van de angst gezien,
de harde handen van het licht gevreesd.
Ik kon de volle stilte
van de vissen niet vergeten
en werd een heel oud kind.
Nu heb ik mijn voorhoofd
met droomkleur beschilderd.
Dag in dag uit ben ik uw
vreemdeling.
Ik rook een vredespijp.
Inzender: HK, 14 mei 2010
Geplaatst in de categorie: individu
Heel mooi gedicht.