preambule
ik moet mijn vlees nog schuwen
en mijn hart nog kloppend maken
in wat iemand ‘het bestaan’ noemt,
herken ik alleen het voorbijgaan
en het toekomen, het heden is van
provisorische aard, slechts kenbaar
als onbetreden smeltwater, achter-
gelaten tijdens een reis naar het
ruimteloze wormgat waar mijn lijf
zich doorheen wurmt, ik moet mijn
weefsel nog met een aanwezigheid
verweven en mijn tijd ontvouwen
Geplaatst in de categorie: individu