inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Antony Winkler Prins

1817 - 1908

Laatst toegevoegde poëzie (nr. 10):

DE RIJMELAAR

Hij is een klankenluis, een lettergrepenteller,
Een taalmans ongerief, een knullig woordbekneller,
Een nagelbijtig beest, een pennezuigend dier,
Een onzinmakelaar, een vorst van scheurpapier,
Een pronkziek pauwenkind, die met zijn staart wil prijken
En allen domoors doemt, die naar zijn benen kijken,
Een koekoeks kiekenbroed, een opgebarsten klok,
Die d’oude klank herhaalt bij elke nieuwe schok.
Hij neemt een vel papier en gaat zijn veer vermaken,
Hij woelt vast op zijn stoel dat boel en binten kraken,
Hij krabt zich achter ’t oor, hij vingert in zijn pruik,
Hij spreekt de glazen aan en slingert met de kruik.
Hij noemt zich-zelv’ een VOS: wij mogen ’t gaarne lijden,
Maar doe de V er af, - dan weer op andre tijden
Roemt hij zich ROER der kunst, we ontkennen ’t evenmin,
Maar glijden voor ’t gelijk die V hier midden in.
Hij is een hongerbuik, maar walgend van goed eten:
Hij haakt niet naar de ham, als ’t siersel is vergeten,
En zo de haringbek hem ’t groen maar tegenhoudt
Dan kauwt hij ze voor nieuw, schoon zeven jaar gezout.
Hij is een valse vedel, een basviool met gaten,
Een kille kelderkeel, het hoofd der holle vaten;
Een MINUS in de reeks, een sterflijkheid’s bewijs;
Een die op ’t droge kruipt en die verzuipt op ’t ijs.
Hij richt zijn kruin omhoog gelijk de ragebollen,
En roept citroenen uit bij voosgevrozen knollen.
Hij is der gekken gek, een kind der duisternis;
Hij is niet wat hij waant, en waant niet wat hij is.
Hij voelt de loden last der rijmtrans wel drukken,
Maar woelt als water voort, want palmen zal hij plukken.
Hij rost zijn steigrend ros en rekt en reikt alreê,
Maar ’t is een hobbelpaard: hij komt niet van de steê.
Hij helpt de winkelier, als kaars-en olie-bruiker,
En kladt er zakjes bij voor koffie, thee en suiker.
’t Is een die altijd zoekt en nimmer iets verliest,
Maar tijdverliezen leert die hem te lezen kiest.
Hij is een rauwe raaf, een dove doedelzakker,
’t Gebrom verveelt zijn vrouw en kweelt zijn kinders wakker;
’t Gestamp maakt buurgerucht en de uitgebarsten blaas
Verdooft het markgeschreeuw en
kleppermansgeraas.
Hij is een wijsheidsbeul, een slop der
dichtkunstslopers,
Een rakkert voor de taal, een vloek voor
boekverkopers,
Een walgdrank voor ’t verstand, een galgplank voor ’t gevoel,
Een allemans-verdriet, een vuile kikkerpoel,
Een beeld der razernij, maar uit zijn nis gebroken,
Een ongelikte beer in ’t dandy-kleed gestoken,
Een kleien Sint-Niklaas, een langoor zonder toom,
Een dommigheid bij dag, een drekbeeld in de droom. -
Kijkt slechts uw venster uit, gij zult die vreemde dieren,
Ja zonder muilband zelfs, langs ieder pad zien zwieren. -
Gelukkig Nederland, gezegend volk der aard!…
Maar - is het sop de kool, het vlees de wortels waard?…

Braga, dichterlijke mengelingen (1883)

Schrijver: Antony Winkler Prins
Inzender: Redactie, 22 december 2021


Geplaatst in de categorie: taal

4.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 2.060

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)