inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Gerbrand Bredero

1585-1618

Laatst toegevoegde poëzie (nr. 31):

Liedeken

's Nachts rusten meest de dieren,
Ook mensen goed en kwaad,
En mijn Lief goedertieren
Is in een stille staat:
Maar ik moet eenzaam zwieren,
En kruisen hier de straat.

Ik zie het zwierig drijven,
Ik zie de klare maan,
Ik zie dat ik moet blijven
Alleen mistroostig staan.
Ach lief, wil mij gerieven
Met troostelijk vermaan.

Ach Lelie hoog verheven,
Verheven in mijn zin,
Mijn hope van mijn leven,
Gewenste, schoon Vriendin,
Wil mij, u jonstich, geven
Een lieve wedermin.

Met hoop en vrees bevangen
Met een gestage strijd
Van zorgen en verlangen
Verwacht ik nu ter tijd
Van u mijn troost t'ontvangen:
't Woord, daar men lang om vrijt.

Mijn vruchteloos verwachten
Mijn kommer niet en blust,
Zult gij mij heel verachten
Och voedster van mijn lust!
Maar ziet - ik onbedachte
Klaag nu, zij leit en rust.

Och slaapt gij, mijn behagen,
Terwijl ik doe mijn klacht?
Wat baat mij dan mijn klagen
Nu gij de dove slacht?
Ik zal 't geduldig dragen,
Ik wens u goede nacht.

Adieu, Prinsesje jeughelijk,
Mijn vrouw van mijn gemoed:
Adieu en droom geneugelijk,
En slaap gerust en zoet:
Ach 't is mij zo onmeugelijk
Te rusten als gij doet!

--------------------------------------
uit: Groot Lied-boek (1616)

klare - helder
gerieven - tegemoet komen
vermaan - troostende woorden
de dove slacht - op een dove lijkt

Schrijver: Gerbrand Bredero
Inzender: Redactie, 4 maart 2024


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 4.082

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)