inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Hilda Ram

1858 - 1901

Laatst toegevoegde poëzie (nr. 0):

Roem.

O roem! wat zijt ge een ijdele droom!
O wereldse eer, wat zijt ge ledig!
Geen wulpse deerne, die 't mensenhart
Als gij bedriegt, zoo vals, meinedig!
Eerst weifelend tuurt het bewonderend oog
In de verte u na, verrukt, betoverd,
Door wat daar schittert in 't wazige floers
Van 't hulsel, waarmee ge uw gedaante omlovert.
Hij droomt, de onervaren... Een godengestalt
Verbeeldt hij zich in de prachtgewaden
Verborgen, die zwevend en lokkend van ver
Zijn blikken met rijke glans verzaden.
Hij droomt... hij dorst naar dat liefelijk beeld,
Die schone gestalte - het ongekende!
O, mocht hij 't bereiken! zijn boezem zwelt,
Hij droomt, hij dorst... Waarheen hij zich wende,
Niets geeft verpozing aan 't bruisend gemoed:
Hij wil, hij zal in zijne armen u drukken,
Die uit de bedwelming, uit de slaap
Der zinsverdoving zijn ziel kwam rukken!
Hij streeft vooruit, hij werkt, hij slaaft,
Vertrappelt onder zijne voeten
Geluk en vrede en rustige vreugd;
Geen arbeid is hem te veel, geen wroeten!
Hij leeft om de toekomst!... De arme, o mocht
Hij steeds in begoocheling blijven leven,
Zijn ziele voeden met zinsbedrog...
Maar zie, er komt een eind aan het streven,
Daar nadert, daar grijpt hij 't gewenste doel!
Hem is de roem, hem de eer, en de glorie!
Zijn kracht is ten einde, hij wankelt, hij zwicht;
Wat geeft het? Nog roept hij: Victorie! Victorie!
En drukt aan zijn hart, die zijn hart verwon...
Haast wijkt de bedwelming; nu wil hij genieten,
Zijn blikken verzaden, verzaden zijn dorst.
Helaas!... moest zo hem zijn waan ontschieten?
Bedriegt hij zich? Was dat zijn droom?
Vertwijfeld rukt hij 't gewaad van uw schouder,
Dat schitterend hulsel, zo blinkend schoon -
Zijn bloedstroom stuit, zijn hart klopt kouder:
In volle naaktheid staat gij daar,
Een aaklig geraamte met holle kaken,
Een spotgrijns op de vale mond,
Waarop hij meende de zoen te smaken,
Die gans zijn ziel met weelde en genot
Zou vullen; huiverig koud de leden
Wier gloed hem opnieuw beleven moest! -
Ontgoocheld staat hij; zijn gans verleden,
Hij heeft het u ten offer gebracht,
U, die hem alles in loon zou geven,
Doch snood hem bedroog: gij geeft hem niets:
- Teleurgesteld is zijn ganse leven!

Antwerpen, september 1890.

Schrijver: Hilda Ram
Inzender: Redactie, 10 juni 2017


Geplaatst in de categorie: moraal

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 476

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)