Het oude huis
Nu zou ik willen slapen in een stille,
Heel donkre kamer diep en dromeloos...
Hoe kan ik slapen, als de maan zo schijnt,
En heel mijn kamer vult met toverglans?
Hoe kan ik slapen in dit felle licht,
Terwijl mijn ziel, ook met de ogen dicht,
Het maanlicht voelt, dat buiten staat en wacht?
Hoe kan ik slapen in zo klaar een nacht,
Terwijl mijn ziel verlangt naar duisternis?
Wie heeft dit oude huis zo vreemd gebouwd,
Dat boven alle woonvertrekken zijn,
De slaapvertrekken in het onderhuis?
Laag zijn de vensters en de ramen slaan
Wijd open in de maanbeglansde nacht.
Waarom is niets gedaan tot veiligheid
Van wie dit huis bewonen? Waarom zijn
De vensters niet, als 't kelderraam, getralied?
De dwaze bouwer! Zo hij hier gestaan had
In zulk een nacht als deze, bij het raam,
Van waar men, 's nachts niet slapend, onbemerkt
Het slapend watertje bereiken kan,
Hij had het hoofd verborgen in de handen,
Hij had gebeden, vuriglijk gebeden,
Dat nooit een moede, nooit een slapeloze,
Die wonderbare vreugde aanschouwen mocht.
Nieuwe Verzen
Schrijver: Laurens van der WaalsInzender: Redactie, 14 mei 2018
Geplaatst in de categorie: emoties