inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1938

poëzie (nr. 833):

O Herders-knaap

O Herders-knaap, die bliest op zoete fluitjes,
Wie zijt gij wel, wie meent gij wel te wezen:
Een van die dichter-vorsten, die vóór deze
Zongen hoog uit, niet zoekend naar geluidjes,

Maar zich-zelf voelend in diep-innig vrezen
Voor hun-zelfs grootheid, op 't gelaat der luidjes,
Daarom-heen luistrend, heerlijk staand te lezen?
Gij rijmertje achter uwe spiegel-ruitjes, -

Gij allen, prinsjes, die u-zelf monarch waant
Om een hand-voll'tje nauw-artistisch snood-zijn,
- 'k Zeg hier iets wat gij ganslijk nog niet argwaant -

't Gaat nu pas aan, gij laffe dekadentjes,
Laat andren werken in hun eenzaam groot-zijn,
Maar gaat zelf zoetlijk leven van uw rentjes.


30 October 1893

Verzen (1931)

Schrijver: Willem Kloos
Inzender: JM, 7 februari 2006


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 3.827

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)