inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 847):

KINDERGEDACHTEN

Het regent - o, wat regent het!
Ik hoor het uit mijn warme bed,
Ik hoor de regen zingen, -
Het regent, regent dat het giet -
Dat niemand daar nou iets van ziet,
Van al die donkre dingen!

Het ruist en regent en het spat -
Nou worden alle bomen nat
En plast het in de sloten, -
Het regent óver- óveral!-
O hé! daar loopt het zeker al
Bij straaltjes uit de goten!

Wat is dat gek en leuk geluid!
Wat is het lekker om dat uit
Je donker bed te horen: -
't Is of de regen samen praat,
Of dat een kerel buiten staat
Te fluistren aan je oren.

Nou druipt het in dat open gras -
Nou zal er wel een grote plas
Op alle wegen komen, -
Nou lopen nergens mensen meer –
Verbeel je eens: in zo een weer -!
Daar wou ik wel van dromen.

En vroeg, morge' in de zonneschijn,
Als dan de blaadjes zilver zijn,
Met droppeltjes bepereld -
Dan doe ik toch mijn eigen zin: -
Dan loop ik héél - en héél ver in
Die schoongeworden wereld!

Eenzame liedjes (1906)

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: adm, 8 maart 2006


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 4.468

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)