Raadgevingen van een oud recensent aan zijn zoon
Beuls-professies (petten af!)
Zijn sinds jaren meestal erflijk.
Daarom, kind! (een mens is sterflijk,
En uw vader helt naar ’t graf!)
Ware ’t nimmer te vergeven,
Zo ik u geen raad zes zeven
Vóór mijn end te slikken gaf.
Primo – Jongen, voel uw waarde!
Want een echte Recensent,
Schoon ’t langoorigst dier der aarde,
Houdt zich voor de knapste vent,
Die ze sinds de chaos baarden;
’t Is zijn weerwraak op ’t Talent,
Dat hij, tweede HANNIBAL*,
Tot zijn kist vervolgen zal.
Verder – lees toch nooit de boeken,
Die ge kritiseren gaat.
Oordeel is zo’n bitter kwaad,
En het kan hem licht verzoeken,
Die het niet bij bladeren laat.
’t Inhoudslijstje is altijd eerlijk.
In de schaal van lof en blaam
Weegt alleen des schrijvers – NAAM!
Varieer op MOOI en HEERLIJK
PRULLEWERK en BEUZELKRAAM.
Smaak en kennis zijn onontbeerlijk:
Enkel in epitheta*
Schuilt de ware aesthetika!*
’t Dom publiek in slaap te wiegen,
Jongen, ’t is zo’n schone baan!
’t Hoofdvereiste is Eigenwaan;
En je moet wat durven liegen.
Schop de studie naar de maan!
Och, je hoeft niet hoog te vliegen,
Om een fikse bluf te slaan.
Hocus, pocus! zes in drie…
MUNDUS, kind! VULT DECIPI !
-----------------------------------------
epitheta: een bijvoegelijke bepaling
aesthetika, esthetica: schoonheidsleer
Hannibal: Carthaags veldheer, 247-182 voor Christus
mundus vult decipi: de wereld wil bedrogen worden
Uit de rokzak van een recensent (1883)
Schrijver: J.J.L. ten KateInzender: adm, 27 mei 2006
Geplaatst in de categorie: kinderen