inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809 - 1898

poëzie (nr. 4.114):

DE TWEE REIZIGERS

Twee vrienden trokken wel te moê
De Harts in en naar ’t Rijnland toe.
De een ging, wijl elk fatsoenlijk mens
Reist; - d’ ander drong zijn hartewens.

En bij hun thuiskomst was ’t aldra
Een bijster vragen voor en na,
Daar neef en nicht graag weten mocht,
Wat ze al zo zagen op hun tocht.

‘Gezien?’ zegt de een en geeuwt daarbij,
‘Niet heel veel raars, gelooft dat vrij;
Wat dal, wat berg, de Harts, de Rijn,
Wat blauwe lucht en zonneschijn.’

Doch de ander, op wiens blij gezicht
Een glans nog van verrukking ligt,
Roept! ’Berg! - dal! - o! - de Harts - de Rijn!
Zó ’n blauwe lucht! - zó ’n zonneschijn!’

De dichtwerken (1889)

Schrijver: J.J.A. Goeverneur
Inzender: Redactie, 16 december 2020


Geplaatst in de categorie: reizen

3.0 met 11 stemmen aantal keer bekeken 2.253

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)