inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 912):

Brünig

Augustusnacht. – Aan ’t overkant van ’t dal
Bruist uit onzicht’bre sneeuw een waterval.

In schaduw ligt de weg. Over de stammen
Sprenkelt de koele maan zijn blauwe vlammen.

Ergens in struiken zweeft krekelgesjirp.
Door ’t donker zagend met zijn zaagje scherp.

Ontzaglijk zwenkt, angstwekkend hoog en wijd
De Grote Beer zijn gouden majesteit.

En ijv’rig zingt klein krekeltje zijn lied.
’t Leven is kort, en daarom slaapt hij niet.

En rusteloos orgelt de waterval;
Geen duizend eeuwen en zijn berg is dal.

Onhoorbare secondenwijzer, gaat
De Grote Beer langs de wijzerplaat.

En in één ogenblik, dat zo verglijdt,
Beleeft de geest de stilstaand’ eeuwigheid.

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: adm, 2 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

2.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.312

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)