inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 5.024):

EN BIJ HET RIJZEN VAN DE SCHEEMRING LAG

En bij het rijzen van de scheemring lag
hij in het gras naar de avondlucht te turen;
een afgrond leek de tuin, berghoog de muren,
zwart van klimop met stoffig spinnenrag;

het leek een put, waarin de lichte dag
op ’t donker dreef, vol schimmige figuren;
enkle geluiden van de naaste buren
plonsden als steentjes d’rin: een naam, - een lach.

Hij zag de zwaluwen als zwarte stippen
vlak onder ’t geel van de avondwolken glippen;
daarna, in ’t blauw, vond je hen moeilijk weer.

En ’t fijn getjisper van hun zwenkend piepen,
dat scheen de hoge stilte te verdiepen,
droppelde als regen in zijn afgrond neer.

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: Redactie, 10 juli 2023


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 21 stemmen aantal keer bekeken 2.557

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)