CHRYSANTEN IN DE OOSTELIJKE TUIN
Snel gaan de jaren. - Vroeger wist ik het niet,
Wel in mijn rijpheid. Ik weerhield ze niet.
Leed en teleurstelling van al mijn jaren
Kwamen met mij in de eenzame tuin hier samen.
In ’t midden van een perk sta ik lang stil,
De zonneschijn is dun, de wind snerpt kil,
De bloemen zijn verrot en uitgeroeid,
De volle zomerbomen uitgebloeid;
Alleen een tengere, bleekzuchtige chrysant
Staat, door de wind vergeten, aan de kant.
Ik heb een beker boordevol geschonken,
Maar merkte nauwlijks dat ik had gedronken.
Hoe in mijn jeugd gemaklijk mijn gemoed
Van droevig blij werd, van vertoornd weer goed!
Als ik wijn zag, op elk uur van de dag
Dronk ik hem uit en was één en al lach.
Nu laat de sterkste drank mij nuchter en koud.
Bleke chrysant, je bleef niet leven om mij
Te troosten in ’t droef seizoen, maar wij zijn allebei
Uit beetre tijden over, en beiden nu veeg en oud.
Yoeng Poe Tsjoeng (1930)
Schrijver: Jan Jacob SlauerhoffInzender: adm, 13 september 2006
Geplaatst in de categorie: tijd